Oefenen oefenen oefenen

De directeur van de school Het Meesterwerk in Almere heeft zijn vertrouwen in mij uitgesproken. Hij wil graag dat ik bij hem op school les komen geven. Reistijd? Tien minuten. Heerlijk vooruitzicht. Nu is het zaak om heel veel te oefenen zodat ik het veld-assessment haal.
Ik word voorgesteld aan mijn – hopelijk – toekomstig duo-partner. Deze juf is al zeer ervaren. Met 43 jaar lesgeven staat ze aan het eind van haar carrière en denkt erover om nog één jaar les te geven. Van haar kan ik vast veel leren.
Ze geeft les in groep 3 op dit moment en gaat volgend jaar mee naar groep 4. De klas blijft dus hetzelfde waardoor ik niet alleen de juf observeer, maar ook de kinderen.

Vanaf de bureaustoel van de juf kijk ik mee de klas in. Kijken kijken kijken… hoe doet de juf, hoe reageren de kinderen, wat en hoe wordt er onderwezen. Is de juf streng, is ze grappig, lijkt deze scène niet heel erg op De Luizenmoeder?

Lesgeven

“Als je de volgende keer komt, kan je mooi een rekenles geven. Ik zal de bladen voor je kopieëren zodat je thuis kan oefenen,” meldt de juf mij.
Eh wat? Oh ja natuurlijk, les geven, daar ben ik straks voor. Grappig dat ik uitgerekend een rekenles ga geven. Wat had ik daar een hekel aan vroeger. Het was zo abstract voor me allemaal. Kijken of het mij lukt om het op de kinderen over te brengen.
Aangezien ik geen idee heb hoe en waar ik moet beginnen, besluit ik mijn dochters om hulp te vragen. Mijn jongste dochter, Nadine, is razend enthousiast. Ze wil later ook juf worden zegt ze. Dat willen veel kinderen. Een jongetje uit de klas van mijn oudste dochter wilde in groep 3 zelfs juf worden. Dan ben je echt een goede juf als je dat voor elkaar weet te krijgen (hoewel het ook aangeeft dat het beroep ‘meester’ zeldzaam is geworden).
Ik laat zien wat ik moet doen en Nadine kijkt bijna weemoedig naar het papier.
“Oh ja, die les kan ik me nog herinneren van vroeger uit groep 3,” zucht ze glimlachend. Even ter info: het meiske zit in groep 4.

De les gaat over klokkijken met als doel kunnen uitrekenen hoe laat het (bijvoorbeeld) 2 uur later is. Nadine spurt naar de iPad. Wat een andere generatie is dit toch. Ze laat me een super handige website zien: www.basisonderwijs.online. Ik vind er van alles en kijk mijn ogen uit. Ik dreig mezelf te verliezen in alle handige sites over rekenen, taal, filmpjes, verjaardagstaarten en tafel-leer-liedjes en ga snel gericht op zoek naar klokken. Ik vind een voorbeeldklok die je helemaal zelf kan ‘inrichten’. Daar kan ik mooi een spelletje mee doen met de kinderen. Ik bedenk allerlei situaties waarbij het handig is om te weten hoeveel uur je nog hebt voor een bepaalde gebeurtenis gaat plaatsvinden. Ik blijf verhaaltjesschrijver, blijkt maar weer, en zie het levendig voor me. Zwemlessen, lange autoritten naar de vakantiebestemming, vliegreizen… ik fantaseer erop los om het zo praktisch mogelijk te maken voor de kinderen. Hoewel ik taal en spelling echt veel leuker vind, vind ik het niet nodig om saaie rekenlessen te geven.
Na twee uur heb ik mijn lesje van twintig minuten van a tot z uitgewerkt in een twee pagina tellend document. Dat zal vast ooit sneller gaan.

Leercurve

Het zal de lezer niet verbazen dat – ondanks mijn voorbereiding – de allereerste les die ik ooit heb gegeven niet ging zoals bij een doorgewinterde juf. Ik zal u de details besparen. Na afloop valt er zoveel spanning van me af, dat ik met tranen in mijn ogen de opbouwende kritiek van de juf in ontvangst neem. Ze heeft het netjes opgeschreven voor me, zodat ik het kan nalezen. Haar bezorgdheid is van haar gezicht af te lezen. Met wat voor duo-partners zit ze opgescheept…
Gelukkig gaan er dingen wel goed. Dat benoemt de juf ook. Tips en tops, zoals ze dat zo mooi noemen in onderwijsland.
Zo reageren de kinderen heel leuk en enthousiast. Het voelt goed om ze mee te nemen in mijn verhaal. Ik geloof niet dat ze veel van mijn uitleg hebben opgestoken, want terwijl ik de schriften nakijk blijkt dat er veel fouten waren gemaakt. Ook dat is een goede leerschool voor mij en zo word ik met mijn neus op de feiten gedrukt. Het kan en moet beter. Ik ben er nog lang niet. Ik ben nog niet eens in de buurt.
De komende weken geef ik nog twee keer les voor het uiteindelijke veld-assessment van de Pabo. De juf ziet dat ik dingen oppak die ze aan heeft gegeven, maar er is nog een hoop te leren. Ja, daarvoor is de opleiding uiteindelijk ook. Zeker voor de didactische en pedagogische zaken. Ik besluit lid te worden van de bibliotheek zodat ik boeken op dat gebied kan lezen. Ik volg een online cursus ‘Introductie in Onderwijskunde’. Alles om maar kennis op te slurpen, zodat ik van mijn onwetendheid af kom en daarmee van mijn onzekerheid. Voordat ik eindelijk de opleiding mag doen, voelt het alsof ik eerst door het stof moet, en dan bedoel ik niet alleen de lesstof. Geconfronteerd met mijn eigen onzekerheid en onkunde word ik eigenlijk steeds onzekerder.
Ondertussen werk ik aan mijn portfolio, die ik ook binnenkort moet inleveren. Zonder portfolio geen veld-assessment. Zonder veld-assessment geen opleiding en geen baan.
Dit beseft de directeur ook. Hij krijgt het met (zachte?) dwang voor elkaar dat de delegatie die mij mijn ‘geschiktheids-vinkje’ moet geven nog vlak voor de zomervakantie langs kan komen. 10 Juli is De Dag. Ik schrik ervan. Dat komt ineens heel dichtbij. Zoveel tijd om te oefenen is er dus niet meer. De PZ medewerker van de ASG stelt me gerust. Het is een 0-meting. Welke scholing heb je nog nodig op basis van wat de assessoren zien.

Ik ben zoveel mogelijk aanwezig in de klas en geef in totaal voor deze grote belangrijke dag nog twee rekenlessen. Vol overgave neem ik de kinderen mee naar ‘de campingwinkel’ waar ze met 10 euro zakgeld ijs, gebakjes en pizza mogen kopen. Wederom met veel dank aan mijn dochter Nadine, die met liefde haar speelgoed aan mij uitleent. Andere onderdelen verlopen heel rommelig, waarbij ik de aandacht van de kinderen kwijtraak. Er gebeurt zoveel om me heen, maar waar ik precies aandacht aan moet besteden weet ik niet. Dat gaat groeien.

Portfolio

Belangrijk onderdeel van het geschiktheidsonderzoek is het eerder genoemde portfolio. In het document heb ik mezelf moeten beoordelen op kennisbases. Wat is mijn kennis van de Nederlandse taal? Ik denk dat die best goed is, net als Engels dus ik geef mezelf een 8. Op didactisch gebied weet ik niks. Ik zie weleens wat van mijn dochters en help soms met huiswerk, maar meer dan dat is het ook niet. Ik geef mezelf een 2. Ik zal er toch wel iets van weten? Zo komt nog een flink aantal vakken voorbij, zoals geestelijke stromingen, bewegingsonderwijs, waarbij ik mezelf twee cijfers moet geven plus nog een onderbouwing. Het antwoord wordt al snel bij bijna alles dat ik mij graag nog verder wil ontwikkelen. Fries krijgt van mij een ‘nvt’, met als onderbouwing: ‘Hoewel mijn familie er vandaan komt, heb ik geen enkele ervaring noch enige kennis.’ Hiermee verspeel ik denk ik mijn kansen om in Friesland te gaan werken, maar dat ligt niet echt in mijn ambities. Dans, drama, muziek, kunstzinnige vorming, wiskunde… school me bij, alsjeblieft!
Aangezien het veld-assessment met rasse schreden dichterbij komt in de agenda, heb ik een harde deadline voor het portfolio. Als journalist houd ik daarvan. Ik leef van deadlines. Hoe korter, hoe beter. Ik zou bijna zeggen ‘hoe lekkerder’. ‘s Avonds doorwerken, lekker schrijven, documenten opzoeken en scannen, nog last-minute een cursus afronden zodat het certificaat daarvan ook in het document kan, ondertussen druk druk druk want er moet nog een les voorbereid worden. Na een jaar werkeloosheid voel ik me weer levend en meetellen in de maatschappij. Op de dag van de deadline verstuur ik het document om 7u10 ‘s ochtends, in mijn pyjama. Zoals ik al schreef: ik houd van deadlines. En dan snel ontbijten en naar school.

Andere regio

Hoera, het portfolio is binnen bij Windesheim, ik heb het gecheckt. Het veld-assessment kan doorgaan, wat betekent dat ik zoveel mogelijk moet oefenen.
Ondertussen heb ik een afspraak gemaakt om bij een oud basisschool-vriendinnetje in de klas te kijken. We hebben net de schoolreünie van onze eigen basisschool achter de rug, de Minister Calsschool in Naarden. Ik heb warme herinneringen aan mijn tijd daar. Hoewel er in dertig jaar tijd natuurlijk heel veel veranderd is in de manier van lesgeven, kan ik me mijn lievelingsleraar nog heel goed herinneren. Wat maakte hem bijzonder voor mij, vraag ik mij af. Dat zal vooral zijn gevoel voor humor zijn geweest. En ik kon het goed met hem vinden. Tijdens de reünie hoor ik dat lang niet iedereen gek op hem was. De andere juffen en meesters waren ook leuk, maar voor mij maakte hij het verschil. Jammer genoeg was uitgerekend hij niet aanwezig op de reünie.

Juf Marcia van de Comeniusschool in Naarden ontvangt mij op school op een snikhete dag. Ze is met nog een juf leerkracht van groep 1/2. Ik kijk mee met het kringgesprek, Veilig Leren Lezen voor groep 2 (vanwege het lange schooljaar zijn de oudste kleuters vast begonnen met het leren van de eerste letters), voorlezen en buitenspelen. Door het warme weer mochten de kleuters in zwembadjes spelen. Geen kind aan zo, de kleuters vermaken zich lekker in het water en de ochtend vliegt voorbij. Overall is het een gezellige, spetterende ochtend. Ik bedank Marcia en vertrek weer naar de overkant van de brug, hup de polder in.
De voorbereiding op het veld-assessment 10 juli kan beginnen.